Noord-Thaïland

We zijn ondertussen vanuit Sukhothaï verder gereisd tot in Chiang Rai, in het noorden van Thaïland (grensgebied met Myanmar en Laos). Onderweg hebben we tussenstops gehouden in Chiang Mai en in Paï.

CHIANG MAI

Na alweer een bustripje van enkele uren, zochten we een tuktuk die ons tegen een ‘normaal’ prijsje naar onze guesthouse wou brengen. Man man, die vent reed als een gek. Het was natuurlijk spitsuur en dan zitten de wegen daar gewoon stampvol. Maar blijkbaar is er altijd plaats voor meer... Overal tussen, tegengestelde richting, dat kan hier allemaal. Ook de straat oversteken is op sommige plaatsen een echte onderneming. Je denkt: aha, er zijn verkeerslichten, maar die auto’s en brommers rijden maar door en ge moogt u reppen om over te zijn. Altijd risky business...  Was ik blij toen we in onze guesthouse arriveerden! Daarna een terrasje uitgezocht om een lekker fruitshakeske te drinken en te overleggen hoe we de komende dagen zouden invullen.

In Chiang Mai zijn er superveel organisaties die vanalles organiseren: rafting, trekkings door de heuvels om stammen te bezoeken, fietsverhuur, brommerverhuur, noem maar op. Wij kozen het laatste, omdat we zo’n trekking op andere plaatsen willen doen, en eigenlijk ook omdat Geert zo’n fan is om met een brommertje rond te crossen. En met een leuk potshelmke op ons hoofd waren we er klaar voor: een tochtje naar Wat Phra That Doi Suthep (tempelcomplex) bovenop een heuvel en een bezoek aan de Chiang Mai Zoo. Bleek dat mijn short iets te kort was om de tempel te betreden, dus kreeg ik een leuk wikkelbroekje aangeboden door de ‘zedenpolitie’.  Onderweg naar de tempel ook lekkere eetstandjes voor de liefhebbers: kevers op een satéstokje, gefrituurde larven, iets wat lijkt op darmen, kortom, voor ieder wat wils... maar toch niet voor ons.

We waren ook wel wat voorzien op de ‘frissere’ temperaturen in Chiang Mai, en dan vooral ’s avonds en ’s nachts omdat deze stad meer in de bergen ligt. Maar overdag blijft het nog altijd puffen en zweten, zeker als we eventjes rondstappen met de rugzak, wanen we ons soms stilaan in een oven. Maar goed, het zonnetje zorgt toch steeds weer voor een zomergevoel, dus we gaan zeker niet klagen.

PAI

Vanuit Chiang Maï dan per minibus naar Pai, een klein stadje in de bergen, waar veel buitenlandse toeristen, maar nog meer Thaïse toeristen verblijven. Zeer veel Thaï komen hier in het weekend, vooral voor de mooie bergachtige omgeving en de ‘spa resorts’. Paï is ook de plaats van de rastamannen, rastabars en vele handicraftwinkeltjes.  We hebben hier de Thaïse jeugd uit de bol zien gaan, want het was zaterdagavond: live optredens in de bars, in het genre van: Hotel California, en flessen whisky op tafel, aangelengd met spuitwater en ijsblokjes.

En hoe kan je het raden, we hebben alweer een scooter gehuurd om een heuse dagtocht te ondernemen naar Mae Hong Son, een bergstadje op zo’n 110 km van Paï. De weg ernaartoe is al een pareltje op zich met af en toe lokale marktjes, rijstterrassen op de heuvels, bergdorpjes in de verte, haarspeldbochten, en brommertjes zoals het onze die af en toe tegen 20km/u de berg opkruipen, om dan tegen 20km/u x 5 er terug af te rijden. Maar we zijn er geraakt na een tochtje van ongeveer 3u, en nu was het tijd om op te warmen, want hier is het echt berekoud ’s morgens en ’s nachts. Maar de moeite waard om hierheen te komen.

CHIANG RAI

En nu dus, enkele dagen later, zitten we in Chiang Rai uit te rusten van een bijna slapeloze en stressvolle nacht, wakkergehouden door de beats en het gekwetter van de Thaïse meisjes van plezier. Verklaring: na een moeilijke en lange zoektocht (lees: mijn te hoge eisen) om hier een goede slaapplaats te vinden hadden we dan toch eentje toegezegd omdat het goedkoop en proper was, en dat is eigenlijk het slechtste wat we konden doen. Wat bleek: zeeeeer veel nachtlawaai, middenin de neonverlichte bars, ‘you want massage sir’, oudere westerse mannen met veel te jonge Thaïse meisjes, en zo kan ik wel nog blijven doorgaan. ’s Morgens eigenlijk weggevlucht, en nu een aangename guesthouse met tuintje gevonden, oef!

En zoals elke stad, heeft ook deze stad zijn nightmarket, zeker de moeite waard. Het ene deel kledij, en het andere deel eetstandjes, bijna 50 naast elkaar. Maar hier kijk je best uit waar je stapt, want de kakkerlakken racen je voorbij en komen uit de riool gekropen op zoek naar restjes eten. En af en toe loop je ook een rat tegen het lijf!

Onze laatste dag Chiang Rai hebben we den toerist uitgehangen en een ganse dag bezienswaardigheden bezocht: the white temple, monkey cave, golden triangle en opium museum, en ook een longneck village. Over dat laatste hebben we lang getwijfeld, omdat dat eigenlijk ‘mensen bekijken’ is, maar we hebben het dan toch gedaan. Soms hadden we wel het gevoel alsof we in Bokrijk rondliepen...

Onze eerste deeltje Thaïland is al bijna voorbij, want morgen gaan we naar Chiang Khong, echt tegen de grens met Laos. En vanhieruit gaan we 2 (!) dagen met een longboat de Mekong afvaren tot in Luang Prabang in Laos. Dus tijd om de Thaïse Bath op te bergen en de Laotiaanse Kip aan te schaffen.

Greets, Leen & Geert