Java - Flores - Lombok

9 juni 2010

 Na enkele daagjes in het supergeorganiseerde en moderne Singapore vertrokken we naar Indonesië. Daar hebben we alletwee al lang naar uitgekeken, mede ook door familiale redenen.

In alle vroegte namen we de metro in Singapore rechtstreeks naar de luchthaven. De luchthaven van Singapore is gigantisch groot, we moesten zelfs nog een skytrain nemen naar een andere terminal. Alvorens we op het vliegtuig stapten konden we nog eventjes onze benen in de watten leggen. Overal in de luchthaven staan er van die massagestoelen om de onderbenen te ‘kneden’, ideaal voor de veneuze retour!

JAVA - YOGJAKARTA

Hier waren we dan, op 19 mei, geland in Indonesië, op het eiland Java, in de stad Yogjakarta. Wat een verschil met Singapore! De luchthaven is uiteraard veel kleiner, en de bagage rolde niet van een band, maar werd handmatig in een hal geplaatst.

En dan was het toch terug met een klein hartje uit de luchthaven stappen op zoek naar vervoer. Da’s wel altijd even wennen, een nieuw land, nieuwe gewoontes, andere bevolking en een nieuwe munt. Dus eerst geld afhalen en de talrijke taxichauffeurs en ‘nieuwe’ vrienden afschudden. Met je rugzak aan wordt je bijna niet gerustgelaten, iedereen biedt je vervoer of logies aan tegen waanzinnige prijzen, want ze weten natuurlijk dat je nog niet echt een idee hebt van de prijzen. Ja, er zitten lepe mannen tussen, maar ondertussen beginnen we ze al te kennen...

We stapten naar de drukke straat en al direct stopte er een lokale bus die ons naar het centrum kon brengen. Nu, die bussen hier, da’s altijd avontuur verzekerd. Terwijl Geert opstapte om proberen duidelijk te maken dat we naar het centrum moesten, zat de buschauffeur al tekens te doen naar mij dat ik moest opstappen en reed hij verder. Dus zo atletisch als ik ben (niet), moest ik met mijn rugzak op de bus springen terwijl hij begon te rijden. We waren de attractie van de bus! Eventjes onderhandelen over de prijs en dan toch uiteindelijk in het centrum geraakt, mits nog een overstap op een andere bus.

We hadden onze zinnen gezet op een guesthouse dat wordt uitgebaat door een Belg, meerbepaald door de broer van de broertjes Clouseau, maar helaas was er daar niets meer vrij. Maar we vonden een waardig alternatief.

De volgende dag gingen we te voet op stap en bezochten het waterpaleis, Taman Sari. Door de vele aardbevingen is er een groot deel  verwoest, en slechts enkele dingen werden opnieuw gerestaureerd. Maar ’t was wel mooi: oude badhuizen, smalle straatjes rond het paleis waar je gemakkelijk in verdwaalt. Onderweg boden er zich vele ‘spontane’ gidsen aan die we vriendelijk bedankten voor hun diensten.

Daarna wandelden we verder richting winkelstraatjes en we  waren verbaasd over het aantal woorden dat we herkenden overal. Een voorbeeldje: bensin (benzine), gratis (gratis), kopi (koffie). We bezochten enkele boekenwinkeltjes en namen een becek voor de weg terug. Da’s de fietstaxi, die hier nog zeer populair is, in vergelijking met andere landen. En al na enkele meters kregen we een tropische stortbui over ons heen...

De volgende dag bezochten we de bekendste tempel van Indonesië: Borobudur. Deze wordt zelfs vergeleken met Angkor Wat in Cambodja. En omdat we het wel zagen zitten om nog eens te jumpen op een rijdende bus, gingen we met het openbaar vervoer gaan. Ambiance verzekerd: verkopers op de bus, zangers met gitaar die een centje proberen bij te verdienen (maar soms echt slecht zingen). Met een beetje vertraging toch aan de tempel geraakt. En wie zien we daar? Katrien, onze reisbegeleidster van Joker, die twee jaar geleden met ons naar Laos gegaan is. Zij was daar ook op vakantie met haar vriend. We stonden alletwee bijna perplex, zo raar dat je toevallig iemand tegenkomt die je kent. ’s Avonds gingen we samen iets eten en babbelden nog wat bij. Het was echt een leuke avond en ontspannend om nog eens in je eigen taal te kunnen spreken.

Voor de volgende 2 dagen boekten we een toer in een kantoortje om vulkanen te bezoeken. Nog nooit gezien, dus we waren wel benieuwd.

JAVA - GUNUNG BROMO

We werden al vroeg opgepikt door een minibusje want er stond een 11uur durende rit op het programma. ’s Avonds kwamen we aan in het dorpje Ngadisari waar we zouden overnachten. Wel maar een kort nachtje, want om 3u30 vertrokken we al per jeep naar de vulkaan om de zonsopgang te zien. Wat een mens allemaal niet doet voor een mooie zonsopgang! We reden met de jeep naar een uitkijkpunt op 2770m hoogte, hoger dan de vulkaan zelf. Zo heb je een mooi uitzicht over de omgeving. En dat was zeker de moeite waard, maar wat een circus was dat daar! Waarschijnlijk wel een stuk of 100 jeeps, een hoop volk tesamen dus. Er werd dan ook vanalles te koop aangeboden: warme jassen (want ’t was wel zeer koud), batterijen voor het fototoestel, eten en drinken, een ritje met de brommer terug naar beneden,....

Daarna reden we terug naar de vulkaan zelf en konden we hem van dichtbij aanschouwen. Errond was het precies een maanlandschap, en spectaculair om die rook uit de krater te zien komen.

Nadien, het was ondertussen al 9u ’s morgens, vertrokken we naar onze volgende bestemming:  de vulkaan Ijen.

Maar ons minibusje liet het afweten, hij had wat ‘technische’ probleempjes. De weg terug was door de bergen en er stond nog een grote afdaling voor de boeg, en blijkbaar werkten zijn remmen ook niet zo goed meer. Wijselijk besloot onze chauffeur om dan maar te stoppen en we konden mee met een ander minibusje dat al goed vol zat. En dus reden we verder, met 18 mensen gesqueezed in een busje en eentje die langs de buitenkant hing om de bagage in ’t oog te houden. Gelukkig konden we na een uurtje overstappen op ander vervoer.

JAVA - IJEN KRATER

We vertrokken met 5 mensen naar de Ijen vulkaan. Samen met een Nederlander, een Canadees en een Indonesisch meisje. Alweer een busritje van enkele uren. ’s Avonds bereikten we ons guesthouse vlakbij de vulkaan: guesthouse Arabica. Inderdaad, zoals de koffie. En ook hier weer was het om 3u30 opstaan om dan de vulkaan te beklimmen. Dit zou ook fysiek inspannender worden dan de Bromo vulkaan.

We werden om 3u30 in de pikdonker afgezet aan een soort van basiskamp en vandaar begon de tocht naar boven. Ik was wel blij dat we met een groepje van 5 mensen waren, want zo in het donker beginnen stappen in een bos, toch maar een beetje scary.

Eerst moesten we nog mee naar een klein kantoortje voor ‘registratie’ en voor een camera fee te betalen. Het komt er dus op neer dat je moet betalen om je fototoestel te gebruiken, terwijl we al een toegangsticket voor het nationale park gekocht hadden. Niets officieels natuurlijk, dat mannetje wou gewoon wat bijverdienen. We zeiden met de hele groep dat we dat niet gingen betalen. Dan probeerde hij nog eens door de prijs te halveren, maar hij zag dat het niet pakte. En dan mochten we toch vertrekken.

Het was wel nog een zwaar tochtje naar boven, en vooral op sommige stukken zeer steil en glad. Onderweg kwamen we mannen tegen die zware manden met verharde zwavel/sulfer naar beneden droegen. Zo’n mand weegt gemakkelijk 80 kilo. Onverantwoord zwaar dus, maar dat is die mensen hun enige broodwinning.

En dan ineens kwamen we aan de rand van de krater uit, na anderhalf uur klimmen. De zwavelgeuren (rotte eieren) kwamen ons tegemoet. We zagen iets wat we nog nooit gezien hadden, en wat gerust een hoogtepunt van onze reis mag genoemd worden: in de krater een meer met helderblauw water en gele sulferwolken die uit de bergflanken komen. We stonden allemaal met open mond te kijken. Zo een natuurfenomeen, bijna irreëel.

Je kon ook afdalen in de krater zelf tot aan het meer. Je zag beneden de mannen bezig om de sulfer in de manden te laden en helemaal uit de krater te dragen. Een beetje met knikkende knieën vertrokken we voor de afdaling en met een doek voor het gezicht om de zwaveldampen wat tegen te houden. Het was klimmen en klauteren om beneden te geraken. Onderweg zagen we de mannen met hun manden naar boven en beneden gaan. We denken dat ze hier niet veel geld mee verdienen, want ze probeerden ook wat geld bij te verdienen door foto’s of door stukjes zwavel te verkopen.

We keken hoe ze de zwavel opvingen en hoe ze werkten tussen die constante rookgeuren. Dat kan echt niet gezond zijn! We vertrokken al vrij snel terug naar boven, de wind begon te draaien en de zwaveldampen begonnen de bovenhand te krijgen. Dat is echt prikkelend voor de luchtwegen en zelfs voor de huid. Nog eventjes aan het warme water voelen van het kratermeer en dan terug naar boven.

En we hadden geluk, tegen dat we uit de krater waren was er al veel meer rookontwikkeling en had je niet zo’n goed zicht meer.

Nadat we wat bekomen waren stapten we terug naar het busje. Jammer dat dit tripje er al bijna opzat, want we hebben een leuke tijd gehad en toffe mensen leren kennen. Ons minibusje zette ons af aan de ferry, waar we de oversteek maakten naar Bali.

BALI – KUTA

Vanuit de haven namen we  de bus naar de kuststad Kuta.

Wij zouden hier maar 1 dag blijven, enkel voor wat praktische zaken, want Bali gaan we nog bezoeken samen met mijn ouders, spannend!

En we vonden het ook niet erg om hier maar eventjes te zijn, want Kuta is niet echt ons ding. Je komt nog maar buiten of ze beginnen al te roepen: taxi, massage, transport, tour,... Soms durven ze zelfs agressief reageren als je neen zegt, of je bij de arm nemen. De taxichauffeurs rijden je bijna klem, gewoon om je aandacht te trekken. Nope, hier zien ze ons niet meer.

TRANSPORT BALI-LOMBOK-SUMBAWA-FLORES

De volgende dag stond er een echte uitdaging op het programma: overland reizen naar het eiland Flores. Daarvoor moesten we het eiland Lombok en Sumbawa doorkruisen. Niet zo evident, en het gemakkelijkste is gewoon vliegen, maar we hebben tijd genoeg, dus zagen we het wel zitten om met het openbaar vervoer te gaan. En ik denk dat dit de 2 meest memorabele reisdagen zijn geworden uit onze reis. Het heeft heel wat moeite en vooral veel onderhandelingsgeduld van Geert gekost, en af en toe gevloek van mij, maar we zijn er geraakt.

En we maakten al meteen kennis met de talrijke bemochauffeurs. De bemochauffeurs (bemo=kleine busjes) zijn soms echt geslepen. Ze doen alles om die extra rupia’s binnen te halen. Je moet weten, nergens hebben ze vaste prijzen, niet op het openbaar vervoer, niet in de hotels of in de winkels. Je moet dus overal afbieden totdat je een aanvaardbare prijs bereikt hebt. Maar die mannen beginnen dus met het 10-voudige te vragen. Of ze liegen gewoon, je kan er op wedden dat ze je meestal ergens anders afzetten dan je gevraagd hebt, en dan staat er op die andere plaats o zo toevallig ook een bemo die je dan toch op je eindbestemming kan brengen. Dat zijn hier soms echt hilarische taferelen! Zelfs de politie speelt de spelletjes mee, corruptie is hier nog wijdverspreid.

Onze memorabele reismarathon zag er als volgt uit:

26 mei: ’s morgens 3 verschillende bemo’s genomen om naar de ferry te geraken, en steeds met zware onderhandelingen! Het was niet zo echt heel ver naar de ferry, maar de bemo’s vertrekken pas als ze vol zitten, dus... geduld is een schone deugd...

 ’s Middags de ferry genomen naar Lombok, een 4uur durende overtocht, en we waren content, want hier hadden ze vaste tarieven, dus geen gedoe over de prijzen!

Eenmaal in Lombok aangekomen moesten we terug onderhandelen om een bemo te nemen naar de hoofdstad Mataram een 20tal km verder, om onze ticketjes voor de nachtbus te regelen. Maar die bemochauffeur heeft ons ergens aan de rand van de stad gedropt!! Jaja, zei hij, busstation is daar. En zo gauw we afgestapt waren reed hij razendsnel verder. Weeral een les geleerd: geef je geld pas als de rit voorbij is en niet op voorhand! Want ze kunnen je droppen waar ze willen. We mochten dus nog 3 km stappen alvorens we in het grote busstation van de hoofdstad waren.

En daar vertrok er een half uurtje later een nachtbus (inclusief ferry) naar het volgende eiland: Sumbawa. Goed voor ons, zo konden we direct verderreizen. Het begrip nachtbus heeft hier toch precies een andere betekenis. ’t Was eigenlijk een gewone bus die zijn beste tijd al gehad heeft. En hij bleek ook niet waterdicht te zijn. Het regende werkelijk binnen op verschillende plaatsen.

Na een ritje van enkele uren stopten we in de pikdonker ergens aan een huis, waar iedereen afstapte en in het huis stapte. We wisten echt niet wat er aan de hand was, gewoon wachten zeker? Tot er ons iemand kwam halen: daarbinnen was een klein lokaal restaurantje waar we konden eten. De electriciteit werkte niet, dus met kaarsjes en een zaklamp toonden ze ons waar we mochten zitten.  Wel een unieke belevenis! En vooral vriendelijke mensen! We konden gerust wat eten gebruiken.

Na een busrit van 15 uur kwamen we de volgende dag ’s morgens om 9 uur aan in het stadje Bima op het eiland Sumbawa. We waren wel geradbraakt, en vooral zeer moe. De bus zette ons af in het busstation, en daar werden we aangeklampt door bemochauffeurs die ons naar de ferry wilden brengen. Enige probleempje, de ferry naar Flores was net vertrokken, en de volgende vertrok pas de volgende dag. We besloten om toch al een bus naar de ferry te nemen, opnieuw 2u rijden, omdat er daar ook nog hotels waren, en we wilden zeker de volgende dag de ferry hebben, deze keer geen verrassingen.

En ik val in herhaling, maar weeral eens zette de buschauffeur ons niet aan de ferry af maar 3 km ervoor, waar er paard en kar klaarstond om ons tegen een prijsje naar de ferry te brengen. Nochtans hadden we duidelijk gevraagd om ons verder af te zetten. Man man man toch, eventjes diep zuchten en dan verder te voet op stap.

Op het eiland Sumbawa komen niet veel toeristen, het is ook een van de armste en minst ontwikkelde eilanden van Indonesië. Dat was ook meteen duidelijk: overal paard en kar, soms zelfs kindjes die bloot rondlopen en grotendeels krotten van huisjes. We moesten toch wel eventjes slikken toen we dit zagen. Terwijl we stapten liepen er schoolkindjes mee met ons die continu riepen: hello mister, hello miss. De rest verstonden we niet goed. En maar lachen als we wuifden of ook hello zeiden. Dat zijn dan ook de mooie momenten van het reizen, de oprechte vriendelijkheid van vele mensen, van veraf wuiven en vragen waar je naartoe gaat. Ondanks dat bemo-gedoe kom je in Indonesië nog zeer veel vriendelijke mensen tegen, die gewoon een praatje willen slaan, nieuwsgierig waar je vandaan komt.

Vlak aan de ferry vonden we een charmant guesthouse: een gezinnetje dat een paar kamers verhuurde, en de kamers waren nog in goede staat. Hier moesten we niet over twijfelen. We namen de kamer en na een douche en eten bij het gezin vielen we in slaap.

De volgende dag stond er nog een 8u durende ferrytocht naar Flores op het programma. ’s Avonds om 17u kwamen we aan op het eiland Flores in het stadje Labuan Bajo. Eindbestemming bereikt!!!

Nu nog logies vinden!! Na een uurtje zoeken vonden we een bungalow met zicht op de baai. Ideaal. We hebben er ook een extra huisgenoot bij voor de volgende dagen: een hagedis, we noemen hem Jubjub, die in onze kamer logeert. Een schoon beestje met rode vlekken, maar iets te groot (ongeveer 30 cm) om hem snoezig te noemen.

Moe maar vooral tevreden dat we hier uiteindelijk geraakt waren genoten we van een een lekker Indonesisch Bintang biertje en Nasi Goreng Special met verse seafood. En daar ontdekten we iets luguber, nl. Een upgrade onder de kakkerlakkensoort: de vliegende!! Hij vloog in mijn haar en daarna op Geert zijn T-shirt. Wat gaan we hier nog allemaal zien? Ja, onze kennis van reptielen en ongedierte begint serieuze proporties aan te nemen...

FLORES – LABUAN BAJO

Flores is een eiland waar 90% van de bevolking katholiek is. Een uitzondering, want Indonesië is grotendeels islamitisch. En waardoor worden we gewekt om 4u30 ’s morgens? Het gezang van de moskee wat verderop! Zo luid zeg, onze dagen op Flores begonnen dus steevast om 4u 30 ’s morgens...

De volgende dag stapten we wat rond in het stadje Labuan Bajo en gingen prijs vragen in de verschillende ‘toeristenkantoortjes’ voor een uitstap naar het eiland Rinca waar de befaamde komodovaranen zitten. Dat is eigenlijk de reden dat we naar Flores gekomen zijn, omdat je vanhieruit die beestjes kan bezichtigen. Komodovaranen zijn zeer grote varanen, sommigen zelfs 3m groot, die op enkele eilanden rond Flores zitten.

Na veel overleggen en zoeken naar de interessantste uitstapjes beslissen we het volgende: we boeken een tour voor 2 dagen met tussenstops op het eiland Rinca (waar komodovaranen leven), en met ook enkele snorkelstops. En na 2 dagen bootje varen zullen we terug op het eiland Lombok aankomen. Dat bespaart ons al heel wat onderhandelen over de terugweg of een dure terugvlucht! Maar ons bootje zal pas binnen 3 dagen vertrekken, dus kunnen we nog enkele daagjes bekomen van al dat ‘transporten’.

BOOTTOCHT FLORES-RINCA-LOMBOK

Onze boottocht was echt wel de moeite waard. Samen met nog 14 andere toeristen vertrokken we ’s avonds vanuit Flores. Allez, niet vertrekken eigenlijk, maar wel al op de boot zitten. We hebben op de boot overnacht en zijn de volgende dag om 5u ’s morgens beginnen varen. We kregen de eerste avond een ‘welkomstdiner’ aangeboden door de crew en zo konden we ook al kennismaken met iedereen van de boot, waaronder ook enkele Belgen. Toffe bende! Slapen deden we op het dek (overdekt), of je kon ook in een kajuit slapen.

De volgende dag bezochten we het eiland Rinca. We deden een wandeling van een 5-tal km, en gingen op zoek naar de komodovaranen. Jawadde, zo een rare en grote beesten. Ze zien er een beetje voorhistorisch uit, en ze zijn blijkbaar ‘dol’ op mensen. Zo hebben ze al enkele rangers aangevallen en ook een kindje, soms zelfs met een dodelijke afloop. Pittig detail: ze bijten je niet dood, maar ze produceren een dodelijk gif dat na enkele uren begint te werken. Dus zeker niet te dicht in de buurt komen was de boodschap. En als ze u in ’t vizier hebben, rep je dan! Maar dat was bij ons zeker niet ’t geval. Ze zagen er vrij mak uit en hadden niet echt aandacht voor ons. En maar goed ook...

Na de Rinca toer vaarden we verder om nog wat te snorkelen en ook ’s avonds en ’s nachts bleven we verdervaren. Gedurende de dag kregen we steeds lekker en veel eten voorgeschoteld, en ondertussen was het genieten van de zee en de vele eilanden die we passeerden.

Onze tweede dag op de boot stopten we op een klein eilandje om een vissersdorpje te bezoeken en daarna gingen we ook nog snorkelen. Die tweede snorkeltour was speciaal, we zwommen naar een piepklein onbewoond eilandje, dat eigenlijk enkel bestond uit wat zand en wat groen. Terugzwemmen naar de boot was wel wat minder leuk. Er stond een sterke stroming en het was precies of je tegen een muur zwom. Gelukkig bestaat er zoiets als speedbootjes om je terug naar de boot te brengen!

Pas ’s avonds bereikten we de haven in Lombok en werden we naar Sengigi gebracht, een kuststadje in Lombok.

SENGIGI-LOMBOK

Hier zouden we nog enkele daagjes blijven en dan teruggaan naar het eiland Bali, klaar om mijn ouders te ontvangen! Ik begin zelfs al wat zenuwachtig te worden.

We vonden in Sengigi een zeer leuke homestay, met een lieve gastvrouw. We huurden een brommertje om het eiland rond te rijden. Eerst reden we wat verder langs de kust, maar zijn moeten terugkeren wegens zware regen! Van die typische tropische toestanden waar je op 1, 2, 3, kletsnat van wordt. Onderweg was het soms uitwijken voor de apen die op de weg zaten en die precies redelijk wild stonden. Ze hadden het op Geert zijn benen gemunt.

Ons laatste dagje Lombok reden we naar het slapende kuststadje Kuta. Zelden zo’n ongerept mooi strand en zee gezien. De geiten en honden lopen zo op het strand  tussen de strandhutjes. Er zijn wel al enkele resorts en hotels, maar het leek er zeer kalm te zijn. Plezant om wat rond te wandelen.

SANUR-BALI

Op 6 juni namen we de ferry naar Bali. We gingen naar het kuststadje Sanur en verbleven in een homestay. De mensen verhuurden 4 kamertjes, met uitzicht op hun tuin en dierentuin: vogels, een veel te dikke haan, hond, katten,...

Binnen enkele dagen gaan mijn ouders hier ook zijn, dus we gaan voor hun en voor ons een leuk hotelletje zoeken.

Hier in Sanur vindt je werkelijk alles, gaande van resorts tot kleine hotelletjes, van zeer chique restaurants tot warungs (eetstalletjes).

Ziezo, straks vertrekken we naar de luchthaven, en dan gaan we met ons vieren de Indonesië trip verderzetten! Ik kan al niet wachten!

Groetjes, Geert en Leen

 

Foto’s

13 Reacties

  1. veerle:
    9 juni 2010
    ze zijn onderweg!! spannend hé!
    veel plezier, geniet ervan en vergeet niet van VEEL foto's te nemen :-)

    take care!
    SIS
  2. Ingrid(buurmeisje):
    9 juni 2010
    Superblij om nog eens iets van jullie te lezen
    En dikke pluim voor de prachtige foto's, die ons toch ook een beetje dichter bij al die mooie plekken brengen
    Take care
  3. Chris Almey:
    9 juni 2010
    Wat een prachtig reisverslag opnieuw ! Heel erg bedankt en geniet van het samenzijn met je ouders ; Groetjes, tante Chris.
  4. David & Nele:
    10 juni 2010
    Geniet van jullie reünie !! En mercie voor de leuke verhalen en schone foto's...

    Zorg goed voor elkaar.

    Hroetn ut West-Vloandern
  5. ruben en fien:
    10 juni 2010
    Dag tante Leen en nonkel Geert, we hebben al veel mooie fotos gezien maar wanneer gaan we een foto zien van meter en peter?
    Geniet nog van jullie reis want we gaan een groot feest geven in september om jullie terugkomst te vieren. Heb je mijn cadeautje al gekregen van meter? Ruben heeft thuis nog een cadeautje klaarliggen. vele knuffels en groeten van de voskes uit likert!
  6. veerle:
    10 juni 2010
    ben ook benieuwd naar familie foto's :-)
  7. Tom Rambo:
    11 juni 2010
    Ah de Rousse en Leen. was al efkens geleden dak nog keer gekeken had. toch echt zot aards paradijske daar precies. Vreemde beesten.
    Lol voor het bordje no spitting :-)
    En rendez vous met de ouders. nog eens wat contact met de thuiswereld. hoop van u nog keer te zien op de facebook.
    Borobudur best impressionant en dat waterparadijs ook. Veel plezier nog mensen en ik zie/hoor jullie later wel
  8. Caroline (blonde):
    17 juni 2010
    hele mooie foto's, zalige stranden en @ Leen toffe zonnebril!!!
    Vele groetjes uit koude België, nog steeds geen bikiniweer :-(
  9. MARCEL &GODELIEVE:
    17 juni 2010
    Dag Leen en Geert,hele mooie foto's ,geniet van het samen zijn met je ouders .Veel plezier nog .X X X
  10. Katrijn:
    21 juni 2010
    Weeral met veel plezier jullie verslag gelezen! Prachtige foto's!

    Apen die de benen van Geert aanvallen? 'k Zou het willen gezien hebben :-)

    Dikke zoen!
  11. Katrien en Patrick:
    23 juni 2010
    Hey Leen en Geert,

    Wij zijn ondertussen terug thuis en denken vol heimwee terug aan onze schitterende reis in Indonesië!!! Nog altijd ongelooflijk dat we elkaar zomaar tegen het lijf liepen aan de Borobudur!!Geniet nog met volle teugen van jullie avontuur! Leuke blog trouwens,

    Selamat jalan,
    Katrien en Patrick
  12. Nick from the komodoboot:
    25 juni 2010
    Hey,
    hopenlijk regent het niet meer in Indonesie, hier in belgië is het eindelijk eens superwarm :) ik en kathleen dan maar snel dagje verlof genomen en vanavond bbq'en! Nog veel plezier op de rest van jullie reis. Indien ge vragen over China hebt moogde mij altijd mailen :) Allessinds ben ik heel benieuwd naar jullie ervaringen daar
  13. Paulette:
    28 juni 2010
    eindelijk nog eens tijd gevonden om jullie laatste 2 verslagen te lezen en te genieten van de prachtige foto's !
    Nog veel reisplezier !

    Paulette